Schotland voorbereiding reis

Van 7 tot 12 februari zijn we naar Schotland gereisd om de routes te controleren en de hotels te bezoeken. We hadden gelukkig goed weer. 

De reis begint in Newcastle. Vanaf deze plaats kozen we voor lokale wegen om de eerste 270 kilometers af te leggen naar New Lanark. De eerste overnachting is in een hotel dat op de Unesco wereld erfgoedlijst staat. Een bijzondere plek aan de rivier de Clyde, die zeker de moeite waard is om wat beter te leren kennen!

Van New Lanark gaan we naar Carnoustie, een dorpje vlakbij Dundee. De rit naar dit hotel is 270 kilometer en daarom is er in de middag nog tijd over. Het hotel ligt naast een prachtige golfcourt. Je kunt er een wandeling maken langs het strand. Maar ook genieten van het uitzicht vanaf het terras is al een feest. 

Van Carnoustie gaan we naar Inverness door de Highlands. De heide staat in bloei in augustus en dat betekent rijden door een schilderachtige omgeving. Vandaag 250 kilometer te gaan, niet zo veel, dus we hebben tijd om Balmoral Castle te bezoeken. Dit kasteel van de Britse vorstin is in de zomer voor bezoekers opengesteld. Beslist de moeite waard! In Inverness logeren we in een hotel dat is gevestigd in geschakelde stijlvolle panden. Dineren doen we in het naastgelegen restaurant. 

Het laatste stuk tot aan de kust gaat over een ‘one-track-road’. Het woord dekt de lading: om elkaar te kunnen passeren zijn er op regelmatige afstanden inhaalplekken gecreëerd. Onderweg zie je herten op (!) en langs de weg en vooral schapen. Stille kleine nederzettingen van boeren en heel veel bloeiende planten en hei. Eenmaal aan de kust is het nog een klein stukje rijden naar het hotel in een landhuis/kasteel op eigen terrein. Sfeervol en klassiek is de inrichting, maar de kamers zijn comfortabel en alle voorzien van mooie badkamers. Een wandeling op het terrein naar de waterval behoort tot de mogelijkheden, maar er is ook een gezellig restaurant en bar. Hier blijven we twee nachten. Op de volgende dag gaat de rit naar de uiterste noordpunt van het vasteland genaamd John O’ Groats en de Orkney-eilanden.

Langs de kust via Wick rijden we naar Invergarry. Dit is een prachtige route langs stijle kusten door groene landschappen. We komen langs Dunrobin Castle (even bekijken?). Het plaatsje Dingwall is heel gezellig om even te stoppen. Dan: opletten, want we rijden langs Loch Ness en misschien laat het monster zich zien. In Invergarry logeren we in een landhuis. Er wordt daar, wanneer we dat willen, Indiaas voor ons gekookt. Maar ook de standaard Schotse gerechten staan op de kaart. Ook hier blijven we twee nachten, want de volgende dag staat er een mooie dagtoer op het programma.

Het laatste hotel is een kasteel, dichtbij Edinburgh. We rijden door Glen Coe, een adembenemende vlakte vol bonte kleuren, die door ruige bergen wordt omzoomd. ’s Winters wordt hier volop geskied. Het hotel is prachtig in stijl ingericht: hier en daar een harnas, grote lounges met banken om in weg te zakken, een gezellige bar, een prachtige rozentuin en heel veel andere mooie dingen om van te genieten. Dineren in stijlvolle omgeving! In Edinburgh bezoeken we op de laatste dag een whisky stokerij. Als wij er zijn is er ook een groot cultureel festival in de stad genaamd ‘Fringe’. Overal open podia, optredens en veel muziek. We zullen ons daar niet vervelen. Er is ook nog het mooie kasteel om te bezoeken.

En dan op de laatste dag: de rit terug naar Newcastle waar we aan het eind van de middag inschepen. Het laatste diner aan boord, afscheid nemen en slapend terug naar IJmuiden. Helaas het is afgelopen!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.